Sii filter: Het smalbandfilter laat het licht van geïoniseerde zwavelatomen bij 671,7 en 673,1 nanometer door. Dit zijn de lijnen waarin veel planetaire nevels, emissienevels en supernovarestanten stralen.
Astrofotografie: Het is aan te raden om monochromatische camera's te gebruiken. Idealiter combineert men opnames met SII-, OIII- en h-alpha filters. Dit resulteert in een beeld dat de delicate nevelstructuren contrastrijk en duidelijk weergeeft.
Lijnfilters met een halve breedte van 12 nanometer zijn interessant als u een DSLR- of CCD-camera met een hogere donkere stroom gebruikt. De 12 nm-filters zijn ook de eerste keuze als uw camera over een geïntegreerde guidingchip beschikt, omdat u bij gebruik van de 12 nm-filters doorgaans twee keer zoveel sterren op de foto krijgt.